4hhafb196Voor de drinkwatervoorziening waren de dorpsbewoners in de Bommelerwaard vooral aangewezen op regenbakken of zakputten. Het water uit diepere putten of uit de dorpspompen was wel hygiënischer, maar vaak ook sterk ijzerhoudend. Vanaf 1936 werd geijverd voor een betere watervoorziening en in 1942 werd het aanleggen en exploiteren van een waterleiding opgedragen aan de Waterleidingmaatschappij Gelderland. Tot uitvoering kwam het pas na de oorlog. Omstreeks 1950 werd bij gebrek aan een waterleiding bij de Rietschoof nog steeds water uit de Maas gehaald. Elke dag werden volle emmers aan een juk omhoog gedragen. Het zou nog lang duren voor in deze buurtschap een waterleiding werd aangelegd, want tot 1955 hoorde De Rietschoof bij Nederhemert, waar pas later een leidingnet zou worden aangelegd. Daarna hoorde de buurtschap bij Aalst, waar dat al eerder was gebeurd, zodat De Rietschoof weer moest wachten. Op de foto zien we Jannie Biesheuvel, Nol van der Heijden, Bart van Rijswijk, Mien van der Heijden, Jenny Loef en Wout Loef.

Het sjouwen met water gebeurde met geëmailleerde of zinken emmers. Dit was al een stuk lichter dan de houten emmers die eerder in gebruik waren. Voor de was ging het water thuis in een teil, en op een geribbeld wasbord werd de was schoon geschrobd, maar er moest meer gesjouwd worden: ketels voor de kookwas, teilen om te spoelen en te bleken, emmers voor het stijfsel en zware tenen manden voor de vuile en de schone was. Later kwam de wasmachine. Geen huisvrouw hoefde meer een lange dag te ploeteren met sop en wringer, alleen om de was te laten drogen moest nog gesjouwd worden, maar inmiddels waren de manden vervangen door lichte plastic bakken.  (uit: een beeld van de Bommelerwaard, uitgave Europese Bibliotheek Zaltbommel 1994).