goudenleeuwaAan de hoek van de Waaldijk met de Meidijk te Zuilichem woonde in 1837, in de 17e eeuwse boerderij/herberg “De Gouden Leeuw”, de landbouwer/herbergier Egbert Klop, zoon van de in 1797 overleden Zuilichemse schout en heemraad Egbert Klop. Zondagmiddagmiddag 5 februari 1837 waren er veel bezoekers in het café bij Klop. Aanwezig waren o.a. uit Zuilichem Gerrit Klop, Hendrik van de Werken en Salomon van Buren en uit Brakel Hendrik Parel, Jan van de Wetering en Dirk Wijburg, terwijl nog steeds andere bezoekers binnenkwamen, maar de sfeer in het café was blijkbaar niet optimaal, want om 6 uur al waren, op verzoek van Klop, de veldwachters van Zuilichem en Brakel in het café aanwezig. Het werd er niet beter op toen omstreeks half acht Adrianus van Wijnen binnenkwam en met opzet tegen de cafégasten aan ging lopen, en hen begon uit te dagen met hem mee naar buiten te gaan, om een pak slaag van hem te krijgen. Hendrik Parel ging hier op in, en samen verwijderden zij zich uit het café en gingen naar buiten. Wat er tussen hen beiden is voorgevallen is niet bekend, maar omstreeks half negen ontstond er brand in het achterhuis bij Egbert Klop, en wel zodanig dat de boel spoedig in lichterlaaie stond en tot de grond toe afbrandde. "De Gouden Leeuw" ten prooi aan "De rode haan". Onder het talrijk toekijkend publiek bevond zich Adrianus van Wijnen, nog steeds mensen bedreigend met een pak slaag. Uiteindelijk werd hij door de veldwachters Gerrit vd. Linden uit Zuilichem en Dirk den Wilden uit Brakel, onder begeleiding en het uiten van beledigende uitdrukkingen naar zijn huis gebracht. In 1837 was "De Gouden Leeuw" al weer herbouwd, getuige de muur­ankers in de voorgevel aan de Meidijkzijde, aan de Waaldijkzijde staat het jaartal 1681 (het huis werd toen bewoond door de secretaris van Zuilichem Willem Mathijszn. van Maaren). Kennelijk heeft Egbert Klop de muurankers van zijn afgebrande huis in het "nieuwe" achterhuis laten verwerken. Op 4 september 1838 is Egbert Klop kinderloos overleden, zijn weduwe Helena Jennes behield het vruchtgebruik van de nalatenschap van wijlen haar man, gedurende haar verdere leven. De weduwe Klop ging in de "straat" wonen en verhuurde de boerderij annex herberg aan Cornelis Hooijkaas uit Willige-Langerak. Op 13 oktober, na het overlijden van de weduwe Klop werd het huis bij de boedelscheiding door de erfgenamen publiek verkocht en gemijnd door Cornelis Peterse van de Bogerd uit Brakel. Nog steeds wordt het huis door één van zijn nazaten bewoond. Alleen jammer dat "De Gouden Leeuw" van de gevel is verdwenen. (bron: streekarchief Zaltbommel)